je bent nu hier: home---achtergronden---over techniek---opbouw en benamingen
De ontwikkeling van het uurwerk tot het geavanceerde instrument zoals we het nu kennen is een proces van eeuwen geweest.
Het moderne mechanische horloge is een instrument van grote verfijning, met soms honderden minuscule onderdelen,
die met grote precisie zijn vervaardigd en allen een volstrekt logische functie hebben.
Toch is door alle jaren heen de opbouw van een (draagbaar) uurwerk niet wezenlijk gewijzigd.
Voor een goed begrip is het gemakkelijker al die kleine onderdeeltjes in het
uurwerk in te delen volgens hun functie dan volgens hun vorm.
Als voorbeeld wordt een modern horloge met zwitserse ankergang genomen.
A. hoofdfuncties: deze onderdelen horen in elk uurwerk
- energiebron (de veer)
- overbrenging (het raderwerk)
- gang (anker en ankerrad)
- regelorgaan (balans en spiraal)
- tijdaanduiding (wijzerwerk)
Korte omschrijving van de hoofdfuncties
- De veer is opgeborgen in de veerton en wordt door de opwinding opgewikkeld rond een as, de arbre.
Een pal met palrad verhindert het terugdraaien van de arbre.
De gespannen veer brengt de veerton in beweging. Deze is voorzien van een getande rand, die ingrijpt in het raderwerk.
- Het raderwerk bestaat uit een samenstel van tandwielen en rondsels, die in elkaar grijpen.
De tandwielen worden in beweging gebracht door de tandkrans van de veerton. Door het samenstel van het aantal tandwielen en het aantal tanden in tandkransen en rondsels
wordt de krachtige, langzame draaiing van de veerton omgezet in een zwakkere, snellere draaiing van het laatste tandwiel in de serie, het gangrad.
- De gang en het regelorgaan vormen het hart van het uurwerk,
en deze worden beschreven in aparte artikelen.
- De uiteinden van de assen van de raderen, de tappen, draaien in steengaten, op de wijzerplaat vaak trots aangeduid met
rubis of jewels.
Deze zijn gemonteerd enerzijds in de platine, de grondplaat die het fundament van het uurwerk vormt,
en anderzijds in kloven of bruggen.
- De tijdaanduiding wordt verzorgd door een apart stel tandwielen, het wijzerwerk, waaraan de wijzers bevestigd zijn,
en die hun beweging ontlenen aan het raderwerk. Het wijzerwerk bevindt zich tussen platine en wijzerplaat.
B. Nevenfuncties: deze functies zijn bij een modern uurwerk aan elkaar gekoppeld
- opwinding
- wijzerverzetting
Korte omschrijving van de nevenfuncties
- Opwinding en wijzerverzetting zijn bij het moderne horloge ondergebracht in een gecombineerd stelsel.
De bediening vindt vrijwel altijd plaats via een kroon, die bevestigd is op de opwindas.
Via een stelsel van sterke raderen, het staand opwindrad, het liggend opwindrad en het kroonrad, wordt de kracht van
de vingers van de opwinder (dit is meestal een levend mens van vlees en bloed!) overgebracht op de arbre.
Het uittrekken van de kroon plus opwindas schakelt via een hefboom, de hebel, een andere set tandwielen in, die de kracht overbrengen op het wijzerwerk.
De uitschuifbaarheid
van de opwindas wordt bepaald door de tirette, die voorkomt dat de opwindas geheel uit het uurwerk wordt getrokken.
Bij oudere (zak)horloges wordt de wijzerverzetting ingeschakeld
door tijdens het draaien aan de kroon een verzonken knopje in de rand van de kast ingedrukt te houden.
Bij nog oudere horloges vindt opwinding plaats door een sleuteltje, dat rechtstreeks geplaatst wordt op de arbre, of op de as van de snek.
De wijzerverzetting
is navenant.
C. Bijkomende functies: we spreken dan van een horloge met complicaties
- automatische opwinding
- datumsysteem
- uitgebreid kalendarium (maand- en jaaraanduiding, maanstand)
- chronograaf (start-stop systeem)
- wekkerwerk
- repetitiewerk (het uurwerk geeft de tijd aan door gongslagen)
Korte omschrijving van de bijkomende functies
- De automatische opwinding wordt teweeggebracht door de draaiing van een excentrisch gewicht, de rotor, om een as.
De rotor wordt in beweging gebracht door de bewegingen
van het horloge, ervan uitgaande dat dit zich aan de pols van een actief persoon bevindt. De draaiing van de rotor wordt via een tandwielstelsel
van wisselraderen overgebracht op de arbre.
- Het datumsysteem bestaat meestal uit een datumring, gelegen direct achter de wijzerplaat, waarop de dagen van de maand zijn aangegeven.
Via een uitsparing in de wijzerplaat is een van deze
aanduidingen zichtbaar. De ring wordt eens in de 24 uur in beweging gebracht door het wijzerwerk. De aanduiding kan ook weergegeven worden door een wijzer op
de wijzerplaat.
Vaak is datumring uitgebreid met een dagschijf, die op eenzelfde manier verplaatst wordt en de dag aangeeft.
- Een kalendarium is een verdere uitbreiding van het datumsysteem, bij gelijkblijvende principes van de werking, maar met veel meer wisselraderen.
- Een chronograaf is een min of meer op zichzelf staande complexe set van tandwielen en wijzerwerken, die via een koppelingsrad aangedreven worden door het
raderwerk van het uurwerk. Via een stelsel van schakelhefbomen en het schakelrad, bediend door drukkers in de rand van de kast, worden
de chronograaffuncties onafhankeijk van de reguliere tijdmeting door het uurwerk bediend.
- Een wekkerwerk omvat meestal een eigen aandrijving door een aparte veer, die via aparte tandwielen een stervormig tandwiel aandrijft, dat een hamer
in beweging brengt. De hamer gebruikt meestal de kast als bel. De hamer wordt via een tongvormige veer
vrijgegeven of geblokkeerd door een rad met nokjes, die eens per 12 uur corresponderen met uitsparingen in het uurrad van het wijzerwerk. Door ingrijpen van
de nokjes in de uitsparingen kan de veer iets verbuigen, en de hamer wordt vrijgegeven danwel geblokkeerd. Om de wektijd in te stellen
is het nokkenrad te verdraaien met de kroon.
- Het repetitiewerk ofwel slagwerk is een voorziening om de tijd aan te geven door slagen van hamertjes op een of meerdere gongen.
Door druk op de kroon of een andere drukknop in de rand van de kast wordt enerzijds een complex samenstel van hefbomen, raderen, kettingen en nokken in
beweging gebracht, waarmee wordt bepaald hoevaak de hamertjes moeten slaan. Anderzijds wordt een veer aangespannen om de hamertjes te doen bewegen.